Ik ben niet bijziend, maar gemengdziend
Ik ben niet bijziend, maar gemengd ziend. Deze ontdekking deed ik tijdens de cursus van Peter Grunwald en voor mij was het of de puzzelstukjes op hun plaats vielen. Wat er gebeurt bij gemengd zien is dat er één oog in de verte kijkt en de ander dichtbij. Er is dus geen goede samenwerking tussen de ogen. Peter Grunwald onderscheidt drie typen mensen: De samengetrokkenen, de overstrekten en de gecombineerden. Tenminste zo heb ik de woorden contracted en overextended vertaald. Mocht iemand een betere vertaling weten, ik hoor het graag. Je kunt hieronder je reactie achterlaten. Simpel gezegd hebben de samengetrokkenen bijziende ogen, de overstrekten verziende ogen en de gecombineerden hebben van ieder oog één.
Het samengetrokken type
Aan de achterkant van je hoofd zit je visuele cortex. Vanuit het bovenste deel van de visuele cortex wordt het zicht gecoördineerd, althans, zo zou het moeten zijn. Maar meestal verloopt deze coördinatie niet goed. Er is een afwijkende manier van kijken, die al in de kindertijd aanwezig is. Het samengetrokken type heeft volgens Peter een gedetailleerde geest, die de ene keer nauwkeurig is, maar de andere keer heerst er een warboel. Er is een tendens om vooral het kleine beeld te zien en niet het totaal beeld.
De houding bij een samengetrokkene is met de schouders wat naar voren toe (Misschien ken je de opmerking van vroeger wel: “kind, zit toch eens recht”). Mentaal wordt dit type geassocieerd met frontaal kwab denken, voornamelijk richten op details en niet het totale beeld zien. Gedachten dwalen veelvuldig alsmede het blijven hangen in oude herinneringen, waardoor iemand niet in het moment kan zijn. Emotioneel heeft dit onderliggende patroon betrekking op angst, frustratie en een beperkt gevoel van eigen waarde.
De samengetrokken type kan bijziendheid ontwikkelen tijdens de kindertijd of ouderdomsverziendheid vanaf 40 jaar. Andere symptomen zijn staar, glaucoom, astigmatisme, mouchesvolantes.
Het overstrekte type
Hun visuele cortex werkt op zo’n manier dat hij overstrekt is. Er ontstaat druk door deze overstrektheid, wat invloed heeft op de lens en het hele voorstuk van het oog. Dit kan volgens Peter leiden tot frustratie en een kort lontje, vooral als ze te maken hebben met de ‘kleine’ hersenen van de samengetrokkenen. Door de overstrekking kan de nabije wereld als bedreigend binnen komen, ze hebben moeite mensen dichtbij te laten komen. Ze kunnen vaak goed organiseren en zijn alert. De overstrekte type hebben de neiging zich te ontkoppelen van zichzelf en hun centrum, dit resulteert in het gevoel geïsoleerd te zijn en het idee dat er iets mist.
De overstrekte type kan verziendheid ontwikkelen op jonge leeftijd, vaak scheelzien, ouderdomsbijziendheid, glaucoom, staar en gevoeligheid voor licht.
Het gemixte type
En ik ben dus gemixt, mijn rechterkant is overstrekt en mijn linkerkant is samengetrokken. Terwijl ik dacht: Ik zal wel samengetrokken zijn, want ik ben bijziend. Vroeger droeg ik altijd een bril voor ver weg, voor beiden ogen. En ook nu blijft de verte mijn zwakke punt, mijn zicht dicht bij is altijd goed. Mijn zicht ver weg niet altijd. Volgens Peter ontstaat deze bijziendheid bij de eerste oogmeting bij de opticien. Hij meet één minoog en maakt van het andere oog ook een minoog. Het verziende oog past zich snel aan het glas en wordt een bijziend oog. Dat dit zo is, blijkt ook uit een onderzoek met apen. De ogen van de apen werden voor het onderzoek gemeten en waren goed. Vervolgens kregen ze voor 2 weken een bril van -1,5. Na die twee weken werden de ogen weer gemeten en waren ze -1,5.
Als gemixte types dicht bij kijken, is de bijziende kant in de overfocus en de verziende kant in de onderfocus. Kijkt hij ver weg, dan is de bijziende kant in de onderfocus en de verziende kant in de overfocus. In het midden gebied, ongeveer tussen de twee en vier meter, kan het brein in verwarring raken. Beiden kanten zullen proberen in dit gebied te werken en daardoor met elkaar wedijveren. Het brein switcht dan aldoor snel van de ene naar de andere kant. Dit kan een verwarrende en vermoeiende toestand zijn. Er ontstaat verwarring in dit middel gebied, het brein weet niet welke kant hij zal gebruiken.
Hoe de twijfel van een gemixt type eruit kan zien.
Deze verwarring is een typisch kenmerk van het gemixte type. Het uit zich in niet goed kunnen kiezen, last hebben van twijfels, altijd de beide kanten van de medaille zien. Of het bij mij daadwerkelijk fout gegaan is bij de meting, dat weet ik niet. Maar dat ik een gemixt type ben, daar herken ik me wel in. Twijfels kan ik behoorlijk last van hebben. Het is al veel minder dan het vroeger was, maar ik kan soms blijven hangen in mijn ideeën. Dan bedenkt mijn overstrekte kant dat het leuk is om met de kinderen naar het strand te gaan. Mijn samengetrokken kant ziet dan direct alle obstakels die genomen moeten worden voor we bij het strand zijn. Dan komt de twijfel. Zal ik wel gaan, naar welk strand dan wel. Met de trein kun je naar Zandvoort en Castricum. Zandvoort is wel druk, maar Castricum moet je of ver lopen of met de bus. Enzovoort enzovoort. Vroeger kon ik daar wel lang in blijven hangen. Dan ging ik uiteindelijk niet. Al die obstakels waren me dan teveel. Of wat er dan ook kan gebeuren, heb ik uiteindelijk gekozen voor Castricum. Blijkt dat we 20 minuten op de bus moeten wachten en kan het in mijn hoofd rond tollen dat ik toch beter voor Zandvoort had kunnen kiezen. Dan waren we er al geweest, dan stond ik nu niet op die stomme bus te wachten. Afijn, een zeer vermoeiende bezigheid kan ik je wel zeggen.
Zeven tips om goed te gaan zien
Download mijn gratis e-book 7 tips om goed te gaan zien en leer ik je de stappen die je direct kunt gaan zetten. Om op een natuurlijke wijze goed te gaan zien met je eigen ogen.
Klik hier om het e-book te downloaden
In welk type herken jij jezelf. Ik zou het leuk vinden als je hieronder een reactie achterlaat.