Zien we elkaar nog wel?

Ik zit in de trein. Tegenover me zit een meisje van een jaar of drie, tussen haar moeder en oma in. Ze leunt wat tegen mama aan en wiebelt met haar benen. Oma en moeder hebben geen enkel contact met haar, want ze gaan geheel op in hun smartphone. Het kind is er wel, maar ze zien haar niet. Een fenomeen dat je veel tegenkomt in de trein. Zien we elkaar eigenlijk nog wel?

Hij is zo handig!

Jarenlang heb ik het gedaan met een klein, inklapbaar, roze mobieltje. Want als je een eigen bedrijf hebt, is het wel handig om mobiel bereikbaar te zijn. Zeker als mensen oponthoud hebben of de weg kwijt zijn naar een workshop toe. Iedereen was al lang over op de smartphone en velen keken me verbaasd aan als ik zei dat ik zo’n ding niet had. Want hij was zo handig! Dat kon ik wel geloven, maar ondertussen zag ik iedereen om me heen gebiologeerd naar de schermpjes staan staren.

Ik ben helemaal uit beeld

Ik kan duidelijk de verslavende en vervreemdende werking van de smartphone zien. Zo zit ik bijvoorbeeld in een gesprek met iemand die zich iets bedenkt en zegt: “Ik zoek het even op.” Mobiel wordt erbij gepakt, aan het gesprek komt abrupt een einde en ik ben helemaal uit beeld. Driftig wordt gescrold om iets op te zoeken waarom ik helemaal niet heb gevraagd. Ik ben het derde wiel aan de wagen geworden en heb het verloren van een beeldscherm.

Toch overstag

Ik wilde er dus niet aan, vond mezelf al genoeg verslaafd aan mijn laptop. Want ik begrijp heel goed de aantrekkingskracht. Maar een half jaar geleden ben ik overstag gegaan en heb een smartphone gekocht. Het leek me toch wel makkelijk, bijvoorbeeld om foto’s te maken van mooie dingen die ik zag, en die dan meteen op Facebook te plaatsen, samen met de vraag wie er nog meer iets moois heeft gezien die dag. Geen snoertje en omwegen nodig, zoals met een camera. Heel handig.

Voor ik het wist zat ik mee te mobielen

Waar ik bang voor was, gebeurde. Ik voelde de aantrekkingskracht van het apparaat en voor ik het wist zat ik in de trein mee te mobielen met al mijn medereizigers. Typend op dat kleine scherm en scrollend naar mails en informatie. Ik merkte al snel hoe ik door de smartphone opgeslurpt kon worden. Een keer zat ik namelijk zo ‘in’ de telefoon, dat ik mijn overstap miste. Ik had pas door dat we stil stonden en ik eruit moest, toen de deuren vergrendeld zaten en het dus niet meer kon. Gevolg: een half uur te laat op een bijeenkomst waar ik naartoe ging.

Ik zie wazig en een beetje dubbel

Ik schrijf deze blog in de trein, met pen op papier. Ben net overgestapt en moest tien minuten wachten op mijn volgende trein. Daar sta je dan, op het koude station te staan. Voor ik het wist ging mijn hand naar mijn jaszak en was ik aan het kijken naar weet ik wat allemaal op het scherm. Na vijf minuten keek ik op, in de verte. Ik zag wazig en een beetje dubbel. Snel stopte ik mijn smartphone weer weg en liet mijn oog over een mooi lijnenspel gaan, dat van het dak van het station. Hmmm, dat kon ik wel even op de foto zetten. Ik maakte een paar foto’s en wijselijk stopte ik het apparaat daarna, op de vliegtuigstand, in mijn jaszak.

“Mijn ogen branden zo.”

Ik merk dat de smartphone nog meer spanning geeft in mijn ogen dan de laptop of het computerscherm. Mijn oudste dochter kwam gisteravond melden dat haar ogen zo brandden. “Ga dan ook van je telefoon af!” zei ik tegen haar. De verslavende werking is er duidelijk, maar het ding is ook niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Sinds mijn dochter twaalf is heeft ze er een en ik merk dat ik er als ouder nog weinig invloed en zicht op heb. Wat betreft mijn andere twee kinderen is het duidelijker: om vijf uur mogen ze een half uur op de tablet of computer. Soms loopt dat wel wat uit, maar voor en na die afgesproken tijd is er geen sprake van het turen naar beeldschermen.

Mijn jongste dochter kan dan ook niet wachten tot ze twaalf is. Ze is de enige in de klas die nog geen mobiel heeft en ik voel me een strenge moeder, maar houd toch stand. Ik heb nog een half jaar te gaan. Dan ben ik ook haar kwijt aan de smartphonewereld.

1493 WhatApps

Veel contacten van mijn oudste lopen via de smartphone. Ik hoorde eens het verhaal van een jongen die zijn mobiel een weekje kwijt was. Toen hij hem weer vond, stonden er 1493 WhatsApps op hem te wachten om gelezen te worden. Vroeger zat ik na school rustig nog een uur te bellen met vriendinnen die ik net de hele dag had gezien. In plaats daarvan ‘whatsappt’ mijn dochter met haar vriendinnen. Dat is handig, want dit doet ze vooral op haar kamer en ik heb dan geen telefonerend kind in de woonkamer. Al dat geklets kan best storend zijn.

Zien we elkaar nog wel?

Hij is dus zeker handig, de smartphone, maar zeer verslavend en niet zo prettig voor je ogen. Ik kan er toch wel verdrietig van worden als ik zie hoe mensen helemaal in hun telefoon opgaan en elkaar niet meer zien. Zoals in de trein de oma en moeder hun (klein)dochter niet zagen. Zien we elkaar eigenlijk nog wel echt? Hoe ga jij met je smartphone om? Ik vind het leuk als je hieronder een reactie achterlaat.

Zeven tips om goed te gaan zien

Download mijn gratis e-book 7 tips om goed te gaan zien en leer ik je de stappen die je direct kunt gaan zetten. Om op een natuurlijke wijze goed te gaan zien met je eigen ogen.

Klik hier om het e-book te downloaden