Poeh poeh, het valt nog niet mee. De vakantie is voorbij, mijn zoon heb ik vanmorgen weer naar school gebracht. De twee meiden mogen nog even een dagje niets, voor hen beginnen de lessen pas morgen. En zelf heb ik er alweer wat regeluurtjes achter de laptop opzitten. Wat een verandering om, na zes weken kamperen in de natuur, nu weer thuis tussen de bebouwing te zijn. De snoeimachine van de plantsoenendienst zeurt al de hele ochtend op de achtergrond, samen met de piepgeluidjes van de veegwagen. Geen vrolijk tentdoek, maar harde muren om me heen, geen bomen om naar te kijken, maar een computerscherm. Het is best even wennen.
Terug in het gareel
Mijn zoon had er niet echt zin in vanmorgen. Hij had niet goed geslapen, zei hij. En alles ging mis: hij kon zijn gymspullen niet vinden, zijn haar zat niet goed. Hij begint nu in groep 7/8 van de Jenaplanschool bij ons in de buurt en hij moest letterlijk even zijn plek zoeken. Ergens in een hoekje, ver weg van zijn vriendjes vandaan, vond hij zijn tafeltje. Ik had met hem te doen en liep met gemengde gevoelens terug naar huis. Na zes weken vrijheid terug in het gareel.
Knuffelen met de kat
Het heeft ook voordelen, weer thuis zijn. Mijn bed slaapt veel lekkerder, ik kan de kat knuffelen en languit op de bank liggen luieren. En in de keuken staat op het fornuis een grote pan met beestenbotten te pruttelen. De bouillon heb ik wel gemist in de vakantie, want hij is lastig te maken op een campinggasje. Dat wordt straks smullen tijdens de lunch. Ach, natuurlijk is het fijn om weer thuis te zijn! Het omschakelen kost alleen even tijd.
Als de dood voor saaiheid
En zo verandert het leven voortdurend en zien mijn ogen dagelijks weer andere dingen. Niet alles is even prettig voor de ogen om te zien. Ze kijken veel liever naar bomen, een mooie rivier, de zee en spelende kinderen, dan naar de televisie, het schermpje van de smartphone, of kale muren in een saaie binnenruimte, zoals een kantoor. Onze ogen zijn als de dood voor saaiheid. En het liefst kijken ze niet door glas. Kijk maar eens door een dicht raam naar buiten en zet het daarna open. Wat een verschil!
Onzekerheid in de ‘wazige fase’
Het liefst kijken de ogen dus niet door glas. Maar ja, zet je de bril af, dan is alles wazig. Dat kan in het begin nogal wat frustratie opleveren. Het is lastig om geen gezichten te kunnen zien, mensen van een afstand niet te herkennen, de kleine lettertjes niet kunnen lezen, moeite te hebben met het vinden van spullen in huis, het missen van de details. Toch is dit een fase waar je doorheen moet als je wilt leren om weer goed te gaan zien zonder bril of lenzen. Het zo veel mogelijk afzetten van je bril of het uitdoen van je lenzen is echt heel belangrijk om tot een resultaat te komen. Maar hoe ga je om met de onzekerheid die je voelt in de ‘wazige fase’?
Hoe ga je om met veranderingen in je zicht?
Wat mij altijd helpt is om compassie naar mezelf te voelen en te weten: ik zit nu in een veranderingsproces. Dit gevoel gaat weer over. Af en toe een affirmatie zeggen helpt ook. Deze bijvoorbeeld: “Ik heb vertrouwen in het veranderingsproces en kijk met plezier.” Accepteren dat het zicht nu wazig is, helpt om scherp te gaan zien. Niet de harde scherpte van het kijken door glas, maar een heel ander soort scherpte, die van het zien met eigen ogen. En dat is ‘anders zien’ dan met een bril op of lenzen in. Hoe dit ‘anders zien’ werkt, leg ik uit in onderstaand filmpje, met dank aan Ofoto.
Hoe krijgen jouw ogen die niet meer zien zoals vroeger weer hun eigen zicht terug?
Download mijn gratis e-book 7 tips om goed te gaan zien en leer ik je de stappen die je direct kunt gaan zetten. Om op een natuurlijke wijze goed te gaan zien met je eigen ogen.
Frank
op 06 Sep 2016Marcel Stortelder
op 06 Sep 2016